Op 29 maart 1980 was de officiële opening van het clubhuis. De bouwkosten van het clubhuis bedroegen in totaal 530.000 gulden (€241.000). De tennisclub droeg 260.000 gulden uit eigen middelen bij en de rest werd met bankleningen van de Rabobank bijeengebracht.
De officieuze opening vond reeds op 14 januari van dat jaar plaats tijdens de Algemene Ledenvergadering. De eerste kinderziekten hadden zich daar al voorgedaan toen de verwarming langere tijd uitviel. In de loop van de avond konden de jassen weer uitgetrokken worden. Ook al was het clubhuis gereed, de aannemer was nog volop bezig met de terrassen en het centre-court. Ook moesten, op de plaats van de huidige banen 8 en 9, nog een speelplaats voor de jeugd worden gerealiseerd met twee schommels, een wip, een grote zandbak en een groen-gele glijbaan.
De officiële opening van het clubhuis werd opgesierd met een demonstratiewedstrijd van niemand minder dan Tom Okker (de voormalige nummer 4 van de wereld).
De Boshut werd ook officieel geopend (naast de bar) met de gedachte om een lounge te realiseren met een open haard. Verder waren er in het clubhuis een bestuurskamer en een sportwinkel die door de toenmalige hoofdtrainer Koos Neijens werd ge-ëxploiteerd.
De eerste uitbater van de kantine werd Ed Hiensch en zijn echtgenote maar die zouden het na één jaar voor gezien houden. De kantine werd daarna voortgezet door Jan Hof die na 2 jaar weer stopte. Daarna namen Rob Uitermarkt en zijn vrouw en kinderen het over die jarenlang achter de toog zouden staan.
In het begin huurde de tennisclub de banen van de gemeente maar ook de bovenbouw van het clubhuis. De onderkant was door de tennisclub zelf gefinancierd en bestond uit:
- Vier kleedkamers (twee heren en twee dames)
- Zes wc’s voor de heren en dames
- Slaapkamer kantine-uitbater (nu de winterkantine)
- Fysiotherapiekamer wedstrijdtennis (nu opslaghok)
Er werd in de jaren ’80 ook veel aandacht besteed aan selectietrainingen (technisch, conditioneel en tactisch) en het aantal teams nam steeds verder toe zodat de teams over weinig banen konden beschikken tijdens de zondagen. Daarnaast had de recreatiecommissie, onder aanvoering van Piet Blank, bedacht dat een zondag- en maandagavondcompetities wel een leuk idee zouden zijn. Hoe vaak kwam het niet voor dat de competitieteams gevraagd werden om van de baan te gaan ten faveure van de succesvolle recreatiecompetitie. Die avonden was het meestal niet mogelijk om vrij te tennissen.
In die tijd bestond de Technische Commissie (verantwoordelijk voor trainers en competitieselecties) uit een Lagere Technische Commissie en een Hogere Technische Commissie (voor het 1ste en 2de zondag gemengd team). Er werd volop gestreden voor promotie naar de 1ste klasse en in 1984 was het eindelijk een feit. Daarna is vele jaren geprobeerd om promotie te bewerkstelligen naar de Hoofdklasse maar dat is in de historie helaas nooit bereikt al zaten we er één keer heel dicht bij (één set tekort).
In die jaren was het gebruikelijk dat de teams door meer dan 300 toeschouwers werden aangemoedigd. Na afloop van de competitiezondag werd er op alle teams gewacht in het clubhuis en werd er daarna gezamenlijk gegeten.
In 1982 werden de Nationale Jeugdkampioenschappen op ons park georganiseerd en 'onze' Vincent van Gelderen mocht in de finale aantreden tegen Mark van Eekeren. Helaas kon Vincent het niet bolwerken ondanks de enorme aanmoediging van de honderden toeschouwers.
Direct na de opening van tennispark De Bosmolen ontstonden de eerste plannen voor het organiseren van een eigen open toernooi. Door het ontbreken van een groot clubhuis werd het eerste Kaasstadtoernooi pas in 1980 gespeeld. De wedstrijdcommissie durfde het aan de inschrijvingen voor de B-C-D klassen (hedendaagse categorieën 3 tot en met 8) open te stellen. Er waren ruim 700 wedstrijden ingepland tijdens het eerste toernooi. Het eerste Kaasstadtoernooi ging van start onder aanvoering van Ricky Palsrok - Van der Made. Schema’s van 128 in de categorie B (nu 3) waren in die tijd heel normaal en de allereerste winnaar van het Kaasstadtoernooi werd Jan Sie die in de finale ‘onze’ Paul van den Berg versloeg. Van 1980 tot 1984 was Ricky Palsrok-van der Made de grote drijfveer achter het Kaasstadtoernooi en we zijn haar veel dank verschuldigd want het toernooi wordt nog ieder jaar georganiseerd. Het was ook jarenlang traditie om Alkmaarse kaasmeisjes in te zetten om kaas rond te brengen tijdens het toernooi.
Ook al had de tennisclub een grote hoeveelheid leden, de jaarlijkse afdracht aan de gemeent voor het huren van het tennispark bedroeg 70.000 gulden (iets meer dan €31.000). Dat werd al snel een molensteen om de nek van de club. Er kwam een nieuwe noodkreet in de huis-aan-huis krant ‘Onze Krant’ dat dit bedrag absurd was in vergelijking met omringende verenigingen. Er werd dus overleg gevoerd met de gemeente om tot een betere afspraak te komen die vergelijkbaar zou zijn met bijvoorbeeld omringende voetbalverenigingen. In het jaarverslag 1984 werd gememoreerd dat de onderhandelingen met de gemeente nog niet waren afgerond maar dat er verder zou worden gesproken over privatisering van het tennispark. Dat zou uiteindelijk nog tot de jaren '90 duren.
Op 25 januari 1985 nam Piet Wassink afscheid als voorzitter na 9 jaar voorzitter te zijn geweest. Tijdens de Algemene Ledenvergadering werd hij tot Erelid gekozen. Het toenmalige bestuur (Ineke Schaaps, Ina van Duuren, Henk de With, Willem Ackermann en Ricky Palsrok - Van der Made) nam uitgebreid afscheid. Daarnaast had ook Ineke Schaaps-Masee aangegeven dat ze het na 24 jaar secretaris zijn, het welletjes vond. Voor haar grote verdiensten werd zij gekozen als Lid van Verdienste. De volgende voorzitter Henk Korteling zou er slechts 1 jaar zitten en hij werd vervangen door Martinus de Vries.
Later in de jaren '80 werd Henk de With voor zijn enorme inzet benoemd tot Erelid. Martinus de Vries werd voor zijn niet-aflatende recreatieve activiteiten en voorzitterschap werd Martinus de Vries benoemd tot Lid van Verdienste.
Bijzonder te vermelden dat in de oorspronkelijke statuten van de tennisclub vermeld stond dat TC Alkmaar een wedstrijdgerichte tennisclub moest zijn. Dat werd pas midden jaren ’80 aangepast na een besluit van de Algemene Ledenvergadering om aan de klachten van de vele recreatieve spelers tegemoet te komen.
Grote drijfveren achter het jeugdtennis waren Ans Keus, Sum Dorgelo en Ans Kager. Toen die stopten ging het hard achteruit met het organiseren van jeugdactiviteiten. Sum Dorgelo werd voor haar inspanningen als voormalig bestuurslid en lid van de jeugdcommissie tot Lid van Verdienste benoemd.
In de tweede helft van de jaren ‘80 nam de tennisclub de bovenbouw en het park over van de gemeente met uitzondering van de grond (erfpacht).
Ook waren er uitwisselingen met onze Alkmaarse zusterstad Darmstadt. Eerst kwamen de Oosterburen naar Alkmaar en al waren we vol vertrouwen, er werden slechts weinig wedstrijden gewonnen. De editie in Darmstadt was niet veel beter maar het gaf ons ook het zetje om nog harder te trainen.